
Kinderfantasie
Hoe omschrijf je het gevoel tijdens een zwerftocht door een sfeervol bos? Hoe vermijd je de clichés? Het antwoord blijkt halverwege een rustig hardgelopen trail kinderlijk eenvoudig.
Een vrijdagochtend eind oktober, het is vroeg maar niet zo vroeg dat ik de auto als eerste stilzet op het onverharde terreintje aan de rand van de Zwarte Dennen en de Venen van dezelfde kleur. Het plan van vandaag is losjes: eerst door het noordelijke deel van dit gebied en in de Zwarte Dennen zie ik wel wat nodig is om vijftien kilometer vol te maken.
De benen voelen wat slapjes, maar dat kan ook zomaar weer overgaan. Geen zorgen dus, bovendien is het mooi langs de randen van het bos. Een bleek zonnetje komt nauwelijks door de mist heen die de weilanden omhelst, dennennaalden hangen zwaar van de dauw iets nadrukkelijker omlaag, en de eikenbladeren kleuren al geel, oranje en schuchter rood, best verrassend eigenlijk, want eiken zijn toch meestal de laatste bomen die beseffen dat de winter eraan komt?
Alles is aanwezig om het perfecte herfstplaatje te schetsen, en toch ontbreekt er vandaag iets, of beter, ik ervaar juist een teveel. Het is te warm voor een typische herfstochtend. Lichaam en geest dribbelen onverschillig over deze constatering verder over smalle slingerpaadjes, kleine heuveltjes, brede zandpaden en wilde weides. Het hoofd beslist hier en daar over het vervolg van de route, die niet echt een route is maar ook weer geen zwerftocht wordt. Daarvoor stappen de hardloopschoenen door iets te bekend terrein.
In de Zwarte Dennen stuit ik op de rode route, een oude bekende die we nog steeds regelmatig bezoeken. Toen onze jongens klein waren, fantaseerden ze er op deze plek in dit bos op los. Een veld met takken die als mikadostokjes over elkaar heen waren gebuiteld, was in hun ogen een plek waar dinosauriërs zijn gestorven. Takken die geraamtes worden, die magie is er vandaag niet op deze plek. Wel een andere herinnering, nog veel langer geleden, aan eigen gecreëerde werelden en het levensecht beleefde gevoel dat daarbij hoorde. Een hut van dekens met geheime kamers, een zandkasteel met gangen die niemand zag, maar er echt wel waren omdat jij ze had gegraven, of de avonturen die je kruipend door de lage struiken op de duinen van een strand ergens in Nederland beleefde.
Ik sta letterlijk even stil en bedenk dat dit gevoel voor mij best wel een goede omschrijving is van een ontspannen loopje door de natuur, waar ik ook helemaal op kan gaan in mijn eigen wereldje. Wat heb je vanochtend gedaan Robert? ‘Oh, ik liep vijftien kilometer door het land van mist en dauw, die dapper streden tegen de zonnestralen. Het was fantastisch!’